Extreem in de Andes
een nieuwe episode uit het avontuurlijke reisverhaal van Tom & Caroline – Moto Morgana
Na 10 maand en 38 000 kilometer door Afrika, zetten we voet aan wal in Buenos Aires… in de gietende regen. Afrika had ons wonderwel gespaard van slecht weer en dat tijdens het regenseizoen. Zuid-Amerika zou ons niet sparen, zo bleek al gauw. Maar wat we ervoor in de plaats kregen, sloeg alle verbeelding. Een beter continent om overspoeld te worden door de kracht van de natuur moet nog worden ontdekt.
De Andes, de cordillera die zich uitstrekt van het zuidelijkste puntje van Argentinië tot het noorden van Colombia, is adembenemend, machtig, overweldigend. Dit uniek stukje van de wereld ontdekken op de motor was een beproeving voor ons lichaam en voor de motoren. Zuid-Amerika is een continent van extremen, zo veel is duidelijk.
1. De hoogte
Als je er nooit bent geweest, is het moeilijk voor te stellen wat hoogtes tot 5000 m met een mens aanvangen. Het zuurstofgehalte halveert en de effecten hiervan zijn al gauw duidelijk merkbaar. Stijg je snel, dan komen duizeligheid en hoofdpijn opzetten. Inslapen gaat heel moeilijk en je voelt je constant opgefokt. Maar ook overdag laten de gevolgen zich gauw merken. 100 meter stappen met zware motorlaarzen? Het put je uit. De motor recht hijsen, een band plakken of een technisch stukje off road rijden? Je snakt naar adem. Maar ook onze motoren krijgen niet de zuurstof die ze nodig hebben. Een duin op de Boliviaanse Altiplano bleek net te veel voor onze tweewielers. Drie kwartier lagen we te ploeteren in het mulle zand, om uiteindelijk boven op de top volledig uitgeteld opnieuw drie kwartier te recupereren.
2. Het weer
Maar ook het weer kan op zijn zachtst gezegd verrassend uit de hoek komen. Kamperen op 4700 m bij -15°C? We hebben betere tijden gekend. De rit naar het amazonewoud in Peru eindigde in een zondvloed zoals wij er nooit eerder één meemaakten. We goten letterlijk onze laarzen leeg. De pensioneigenaar was nochtans blij dat we het net voor de echte regen hadden gehaald. Met open mond stonden we te kijken vanonder het afdak hoe de weergoden 10 minuten later pas alle sluizen openzetten. 100 km verder rijden we alweer in T-shirt onder een stralende hemel om kort daarna te verkleumen in de mist. Als we in het noorden van Colombia de Caraïbische kust tegemoet rijden, brandt de zon alweer lekker op onze helmen. Een verfrissende duik is al wat we nodig hebben.
3. De wegen
De staat van de wegen is meestal niet om over naar huis te schrijven. Honderden kilometers zware wasbordpistes op de Altiplano eisen hun tol bij de zwaarbeladen motoren. Afgebroken schroeven en lekke banden worden dagelijkse kost en onze voorarmen worden door het vele schokken danig op de proef gesteld. Weg van de Altiplano zorgt het ruwe landschap voor eindeloos kronkelende wegen, die elke rechtgeaarde motard kippenvel bezorgen. Heerlijk scheuren door de vele haarspeldbochten, het blijft een zaligheid. Maar achter elke bocht schuilt ook het gevaar van de gigantische vrachtwagens die op dezelfde weg of piste razen. Toen één van die 40-tonners op een verlaten Colombiaanse weg besliste om in een blinde bocht in te halen, werd ik na een serieuze tik tegen de motor op een haar na net niet de ravijn ingereden. De bestuurder was zich van geen kwaad bewust en ook voor de politie leek dit de normaalste zaak van de wereld. €30 kon ik krijgen voor de schade aan mijn zijkoffer. De verzekering inroepen? Dat zou nog gemakkelijk een maand in beslag kunnen nemen en dan konden we het land niet uit. De 100 dollar die de bestuurder in het geniep in de hand van die ene flik stopte, was er beslist niet vreemd aan. Maar ook Caroline crashte zich een gehavend gezicht en een zware hersenschudding op een onverwacht stuk diep zand ergens tussen Argentinië en Chili. Het fun-gehalte is heerlijk hoog, de risico’s permanent aanwezig.
4. De mensen
De Altiplano, dat is Inca-land. In de grote steden gaat het er westers aan toe, maar in de kleine bergdorpjes lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Bouwvallige huisjes waar mini-mensjes in schijnbaar deplorabele omstandigheden het hoofd bieden aan het harde leven. Eten beperkt zich tot kip met rijst of rijst met kip. Het is te zeggen: kippenpoten, kippenkoppen, kippenvel, hartjes, lever. Waar het kippenwit naartoe gaat, god mag het weten. Op de markt in Ecuador stak ik een halve meter uit boven de gonzende drukte. Op het menu: soep van koeienlong en ingewanden. Ik heb Caroline pas daarna verteld wat ze werkelijk had gegeten…
Meer noordwaarts is er de rijke keuken van de superlieve Colombianen. Mee aan tafel schuiven met de familie is geen uitzondering. Spelen met de kleinkinderen en grapjes maken met mémé en pépé? Heerlijk!
5. La droga
De lager gelegen gebieden, dat is dan weer coca-land. Honderden kilometers lang passeer je de ene na de andere plantage. De locals kauwen de bladeren tegen de hoogteziekte en ook wij moesten vaststellen dat een bal coca achter de kiezen echt helpt. ‘We kweken enkel voor lokale consumptie’, klinkt het steeds. Maar als je in pakweg Medellín over straat wandelt, gooien ze het witte poeder al bijna naar je hoofd. In geen honderd jaar krijgen die indianen al die coca opgekauwd.
Eén controlepost zijn we tegengekomen. Veel meer dan wat grappen en grollen kwam er niet aan te pas. Onze bakken moesten niet eens open. Anders verging het ons toen de motoren van Colombia naar Panama werden verscheept: 3 uur lang keerden ze met 6 man de motoren binnenstebuiten op zoek naar wit poeder. Coca is nog steeds big business hier zo blijkt.
6. De views
Laat er geen twijfel over bestaan: als je serieus van je sokken wil worden geblazen door wat je om je heen ziet, is de Andes ‘the place to travel’! De Altiplano neemt je mee door ongerepte landschappen waar je mond van openvalt. Vanuit de magisch mooie Atacama woestijn gaat het richting Boliviaanse Altiplano. Links flamingo’s in een bloedmooie lagune, rechts de besneeuwde bergtoppen. Hier en daar een troep grazende lama’s of vicuña’s terwijl boven je hoofd reuzencondors cirkelen. 200 kilometer verder sta je te midden van de Salar de Uyuni, ’s werelds grootste zoutvlakte: 12 000 km² vlak, wit zout onder een staalblauwe hemel. Daar stonden we, helemaal alleen, met tranen in de ogen door de overweldigende emotie. Maar ook het Titicacameer, de Peruviaanse Altiplano, de kustlijn langs de Panamericana en Colombiaanse bergpassen laten je tong op je schoenen zakken. De machtig mooie views laten zich afwisselen door bruisende steden met een rijke culturele geschiedenis: Arequipa, Cuzco, Ayacucho, Cali, Medellín… Ze laten je toe om tussen de prachtige landschappen en het gure weer even op adem te komen…
Voor wie tegen een stootje kan, is de cordillera van de Andes absoluut de max!